Vergunning en registraties
Auréus Group B.V. is opgenomen in de officiële registers van zowel de Autoriteit Financiële Markten (AFM) als het Dutch Securities Institute (DSI).
Auréus heeft een vergunning van de AFM als beleggingsonderneming en mag de volgende beleggingsdiensten verrichten:
- Ontvangen en doorgeven van orders voor rekening van cliënten
- Uitvoeren van orders voor rekening van cliënten (commissionair)
- Optreden als vermogensbeheerder
- Optreden als beleggingsadviseur
Het DSI is een instituut dat de kwaliteit en de integriteit bevordert van personen die in de financiële sector werkzaam zijn. De beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders van Auréus zijn zeer ervaren en zijn vrijwel allemaal ingeschreven in het register van het DSI of van de vergelijkbare CFA Society VBA Netherlands. Dit betekent dat naast de toetsing van de organisatie door de AFM ook alle individuele medewerkers zijn getoetst op deskundigheid, ervaring en integriteit. Financieel staat Auréus onder toezicht van De Nederlandsche Bank.
Auréus is verder als beleggingsonderneming aangesloten bij het onafhankelijke Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Auréus staat ingeschreven bij het handelsregister te Maastricht onder nummer 14073764.
Een belangrijk onderdeel van de dienstverlening van een beleggingsonderneming betreft het beleggingsbeleid. Door vragen te stellen over het beleggingsbeleid krijgt u een goed beeld van het beleggingsbeleid van een beleggingsonderneming.Hierdoor kunt u de afweging maken of dit beleid bij u past. Het ene beleggingsbeleid is immers het andere niet. Welke vragen u moet stellen aan uw accountmanager, relatiebeheerder, vermogensadviseur of -beheerder kunt u lezen in de bijgevoegde consumentenbrief.
Auréus is van mening dat duurzaam beleggen op de lange termijn bijdraagt aan een beter risico- en rendementsprofiel. Daarom is duurzaamheid geïntegreerd in het beleggingsbeleid en het doorlopen van de beleggingscyclus. Duurzaamheidsrisico’s kunnen echter niet altijd volledig worden ingeschat, evenals de effecten daarvan op de financiële resultaten van de beleggingen.
Auréus werkt alleen samen met asset managers die internationaal afgesproken normen voor maatschappelijk verantwoord beleggen onderschrijven. Wij onderschrijven de UNPRI (United Nations Principles for Responsible Investment) en verlangen van asset managers dat zij de UNPRI hebben ondertekend. Asset managers die de UNPRI ondertekenen dienen in hun beleggingsproces en in hun rol als aandeelhouder rekening te houden met de drie ‘ESG’ principes: Environmental (milieu), Social (sociale overwegingen) en Governance (goed ondernemingsbestuur). Ook dienen zij als aandeelhouders actief gebruik te maken van het stemrecht dat de aandelen met zich meebrengen en met bestuurders in gesprek te gaan over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van hun onderneming.
De volgende bedrijven zijn uitgesloten:
• Bedrijven die niet voldoen aan de tien principes van de Global Compact van de Verenigde Naties op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieubescherming en corruptiebestrijding;
• Bedrijven betrokken bij de productie, distributie en verkoop van tabak;
• Bedrijven betrokken bij de productie van bepaalde soorten wapens, waaronder controversiële wapens zoals clusterbommen, landmijnen, kernwapens, biologische en chemische wapens;
• Bedrijven betrokken bij de ontginning van en energieopwekking uit thermische kolen en de oliewinning uit teerzanden.
SRI-Impact portefeuille
Behalve dat er bedrijven zijn die de ESG-gerelateerde risico’s goed mitigeren, zijn er ook bedrijven die daarbovenop een positieve impact hebben op de maatschappij. Dit zijn bedrijven die de marktkansen aangrijpen om door middel van hun producten, diensten en bedrijfsmodellen een bijdrage te leveren aan een duurzame samenleving terwijl ze opereren binnen de schaarste van natuurlijke hulpbronnen. Naast bovengenoemde uitsluitingen worden ook de sectoren alcohol, volwassen entertainment, genetisch modificeerbaar voedsel en nucleaire energie bij de fondsen waarin wordt belegd uitgesloten.
De SRI-Impact benadering heeft als doel om actief te investeren in positieve maatschappelijke veranderingen in de overtuiging dat daarmee een bovengemiddeld financieel rendement kan worden behaald. De kern van deze portefeuille bestaat uit de beste duurzame bedrijven (de top 25 procent ‘best-in-class’) met daaromheen satellieten die elk een specifiek maatschappelijk probleem of crisis proberen op te lossen met een duidelijke koppeling naar één of meerdere duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Resultaat is een portefeuille met aanwijsbare en meetbare maatschappelijke resultaten die in financieel opzicht profiteert van deze structurele trends.
Beleggingen die een positieve meetbare impact hebben op mens, maatschappij en milieu worden gezien als impactbeleggingen. Dit is het jongste en snelst groeiende segment binnen duurzaam beleggen. Waar duurzaam beleggen is ingesteld op onderhoud en behoud, is impactbeleggen gericht op een positieve verandering. Nu is het financiële rendement van een belegging eenvoudig te meten, maar voor het maatschappelijke rendement is dat minder eenvoudig. Daarvoor moet immers de bijdrage aan een transitie naar een betere wereld worden gemeten. Het is niet zo vreemd dat een deel van die impact zichtbaar wordt in een beter rendement dan de markt. Immers door problemen op te lossen wordt er toegevoegde waarde geleverd, wat resulteert in een bovengemiddeld rendement.
Impactbeleggen begint dus bij het definiëren van het probleem dat je wil oplossen. Er zijn echter veel problemen om op te lossen, dus het is noodzakelijk om een selectie te maken. Een selectie waar bovendien ook in kan worden belegd. Nu zijn er op dit moment meerdere crises waar veel individuele bedrijven hard werken aan een oplossing. Denk bijvoorbeeld aan de klimaat-, milieu-, energie-, water-, voedsel- en de gezondheidscrisis. Via specifieke beleggingsfondsen is het mogelijk om deze bedrijven in portefeuille op te nemen. De verschillende crises hangen met elkaar samen. In het oplossen van de genoemde crises ligt ook de sleutel voor het oplossen van bijvoorbeeld de inkomens- en welvaartscrisis of de vluchtelingencrisis.
Om toch voldoende spreiding te bereiken bestaat de kern van de SRI-Impact portefeuille uit bedrijven die het best scoren op het gebied van duurzaamheid. Dat betekent dat driekwart van alle bedrijven niet in aanmerking komt om in de kern van de portefeuille te worden opgenomen, waarmee elke controverse wordt uitgesloten.
Op het gebied van obligaties wordt zoveel mogelijk belegd in duurzame obligaties, mits de financiële toetsingscriteria gelijkwaardig zijn aan die van de niet-duurzame obligaties. Duurzame obligaties zijn leningen die bedrijven in staat stellen duurzame activiteiten te ontplooien en daarmee een positieve impact te hebben op de maatschappij. Er kan daarbij een onderscheid gemaakt worden tussen groene obligaties, sociale obligaties en obligaties die een mix aan groene en sociale activiteiten financieren. Groene obligaties financieren activiteiten zoals duurzame energieopwekking of maatregelen ten behoeve van energie-efficiency. Sociale obligaties financieren activiteiten die toegang tot huisvesting bevorderen, gezondheidszorg diensten verbeteren of gelijkwaardig inkomen stimuleren, zoals fondsen op het gebied van microkredieten. De duurzame obligaties van de SRI-Impact portefeuille worden gezien als investeringen met een positieve impact.
De verschillende fondsen in deze portefeuille monitoren ook de voortgang in termen van percentages en impact. Deze portefeuille belegt vooral in structurele trends en doet dus niet aan het ‘timen’ van de markt. De markt zorgt er echter wel voor dat voortdurend moet worden gekeken of de trends nog wel belegbaar zijn, bijvoorbeeld omdat waarderingen soms sterk door kunnen schieten in populaire duurzame thema’s. Verder zijn veel van deze fondsen ook relatief nieuw, hetgeen extra aandacht vergt bij de selectie van deze fondsen.
Het resultaat is een portefeuille die verder gaat dan de typische duurzame portefeuille, die een sterk positieve maatschappelijke impact heeft, maar tegelijkertijd geen negatieve invloed heeft op het rendement. Sterker nog, het is onze overtuiging dat deze benadering op termijn kan bijdragen aan een bovengemiddeld financieel rendement.
Markt-factor, Actief en Individueel
In deze drie benaderingen is duurzaamheid onderdeel van het selectieproces, in die zin dat we duurzame (ESG) criteria meewegen bij de selectie van beleggingen. Het beleggingsbeleid is niet gericht op het samenstellen van een portefeuille met duurzame kenmerken of met specifieke duurzame beleggingen. Dat betekent dat er dus ook financiële producten kunnen worden opgenomen die op geen enkele manier kwalificeren als duurzaam. Bedrijven zijn namelijk niet verplicht om te rapporteren over duurzame kenmerken en er zijn bij de verschillende dataleveranciers nog grote verschillen van inzicht wat onder duurzaam moet worden verstaan.
Wel zijn wij ervan overtuigd dat maatschappelijk verantwoord beleggen de norm is, al was het alleen maar omdat het tegenovergestelde – maatschappelijk onverantwoord beleggen – vanzelfsprekend niet de bedoeling kan zijn. Maatschappelijke opvattingen over duurzaamheid zijn echter tijd- en plaatsafhankelijk. Zo leggen we in Nederland meer de nadruk op milieu, terwijl in Frankrijk sociale criteria waaronder goed georganiseerde vakbonden een veel grotere rol spelen. Omdat het risico bestaat dat op het gebied van het maatschappelijk verantwoord ondernemen te veel controverses (bedrijven die in opspraak komen voor bepaalde praktijken, die tot uiting komen bij conflicten, rechtszaken en schandalen) kunnen voorkomen, zien wij deze drie benaderingen niet als portefeuilles met duurzame kenmerken of met specifieke duurzame beleggingen.
Als u gaat beleggen krijgt u te maken met kosten, welke van invloed zijn op het uiteindelijke rendement dat u realiseert. Auréus zal u op transparante wijze informeren over de kosten, zodat u de hoogte daarvan kunt vergelijken met andere aanbieders. Voorafgaand aan onze dienstverlening ontvangt u een overzicht met alle te verwachten directe en indirecte kosten.Tijdens de dienstverlening ontvangt een periodiek een overzicht met alle werkelijke directe en indirecte kosten. De kosten worden weergegeven in bedragen en in percentages van het door u belegde vermogen. Tevens krijgt u inzicht in het cumulatieve effect van de kosten op het rendement.
De directe kosten betreffen met name de beheer- of adviesvergoeding van Auréus en de kosten die de depotbank u in rekening brengt. De indirecte kosten zijn de kosten van financiële instrumenten (zoals beleggingsfondsen) in uw portefeuille, die door de aanbieders worden verrekend in de koers.
Auréus heeft een beheerst beloningsbeleid geformuleerd en geïmplementeerd om ervoor te zorgen dat de beloningen er niet toe leiden dat:
- Excessieve risico’s worden genomen die de financiële soliditeit van de onderneming kunnen aantasten.
- Cliënten onzorgvuldig worden behandeld door perverse beloningsprikkels.
Het beloningsbeleid is er derhalve op gericht dat beloningen van de medewerkers geen onwenselijke risico’s of gedragingen opleveren ten aanzien van de specifieke dienstverlening aan de cliënten en de integriteit en soliditeit van Auréus. Daar zijn de langetermijnbelangen van alle stakeholders mee gediend. Het beloningsbeleid stimuleert medewerkers om zich in te zetten voor de belangen van cliënten en andere stakeholders binnen de grenzen van de zorgvuldigheidsverplichtingen. Met het beloningsbeleid wordt ernaar gestreefd goed gekwalificeerde medewerkers aan te trekken en te behouden.
De beloning van de medewerkers bestaat uit een vaste component die kan worden aangevuld met een variabele component. De vaste beloning bestaat uit een maandelijks salaris of managementvergoeding, indien van toepassing aangevuld met vaste kostenvergoedingen en pensioenbijdrage. Bij het vaststellen van de vaste beloning wordt onder andere rekening gehouden met het opleidingsniveau, de werkervaring, de functievereisten en de verantwoordelijkheden van de medewerker. De eventuele variabele beloning is gebaseerd op zowel financiële als niet-financiële criteria, waarbij de niet-financiële criteria ten minste voor de helft meewegen.
Jaarlijks worden de medewerkers geëvalueerd. Beoordelingscriteria zijn onder meer de bijdrage aan de groei en ontwikkeling van de onderneming, het opvolgen van het beleggingsbeleid, het uitdragen van de dienstverleningsfilosofie waaronder de omgang met duurzaamheidsfactoren, de kwaliteit van de cliëntendossiers en -administratie, kwaliteit van de doorlopende zorgplicht, het doorlopend voldoen aan de vakbekwaamheidseisen en de naleving van procedures en gedragscodes. De beloning kan naar aanleiding daarvan worden aangepast. Het gevolg is dat eventuele beloningsverschillen objectief zijn rechtvaardigen. Auréus legt de nadruk op het belang van gelijkheid in beloning tussen mannen en vrouwen en het stimuleren van diversiteit.
Auréus voldoet met haar beloningsbeleid aan de wettelijke vereisten. Minimaal jaarlijks wordt het beloningsbeleid geëvalueerd om te zien of het beleid voldoet aan de eisen van het bestuur, de geldende wet- en regelgeving en de belangen van onze cliënten.
Auréus publiceert jaarlijks een door de externe accountant gecontroleerde jaarrekening. Het eigen vermogen is toereikend om doorlopend aan de prudentiële kapitaalvereisten van De Nederlandse Bank te voldoen. De onderneming heeft adequate risicobeheersingsmaatregelen getroffen om haar financiële soliditeit te waarborgen. Hierbij zijn krediet- en tegenpartijrisico’s, marktrisico’s, concentratierisico’s, liquiditeitsrisico’s, renterisico’s alsmede diverse operationele, strategische en integriteitsrisico’s in ogenschouw genomen.